Minder bureaus bij pitches
column marketingcommunicatie
Ophef bij Nederlandse reclamebureaus. T-Mobile schreef een bureaupitch uit en nodigde daar maar liefst zeven bureaus om te pitchen. Moet er geen afspraak komen voor een maximum aantal bureaus in pitches?

Afspraken over een maximum aantal bureaus in pitches? Wat een onzin! Een marketeer mag ook tien of twintig bureaus uitnodigen. Of via een open inschrijving alle bureaus van Nederland. Van de wereld wat mij betreft. Individueel of in coalities. Bedenk het maar.
"Een marketeer mag ook tien of twintig bureaus uitnodigen. Slim en verstandig is dat niet."
De vraag is of dat slim en verstandig is. Dat niet. Nooit. Een marketeer die zijn huiswerk goed doet, heeft ook een gevoel welk type bureau nodig is om het merk verder te brengen. Wat moet het bureau voor je doen en wat voor ervaring moet het dus hebben? Hoe groot ben je als account, vergeleken met de andere klanten van een bureau? Heb je wel of geen internationaal netwerk nodig?
Marketeers moeten antwoord hebben op dit soort vragen voordat ze gaan winkelen voor een nieuw bureau. En om bij de vergelijking met winkelen te blijven: maak eerst een scherpe briefing als boodschappenlijst. Het is dan makkelijker om een eerste selectie te maken en eens vrijblijvend op de koffie te gaan. Dat is vaak al heel verhelderend en maakt een pitch heel overzichtelijk. Misschien wel overbodig.
Eerst denken, dan doen. Dat scheelt ook aan adverteerderskant veel geld. Los van de pitchvergoeding, gaat er ongelofelijk veel tijd zitten in het succesvol begeleiden van een pitch. Pitchen mag. Met mate.
Deze column verscheen ook bij
Marketingtribune.